|
Lizet Kruyff:
"Thank you for the Music!"
Nadat ik op mijn 19e een kunststof stijgbeugel kreeg – ten gevolge van otosclerosis – vertelde de KNO-arts, dat ik zo rond mijn vijftigste wel aan een gehoorapparaat zou moeten geloven. En inderdaad, dat bleek rond die leeftijd hard nodig. In een gesprek kon ik mij best redden. Maar toen ik in de concertzaal toevallig helemaal links in de zaal zat, kreeg ik geen noot mee van wat de zangeres op het podium aan prachtige klanken de zaal in stuurde. Toch bleek het achter-het-oor-apparaat geen ideale oplossing. Want in rumoerige ruimten kon ik het geluid dat ik wél wilde horen niet filteren uit het omgevingsgeluid. Een oplossing was echter nabij! ‘Nog even geduld’, zei prof.ir. Guus Berkhout een paar jaar geleden. Hij was toen lid van het College van Bestuur van de TU Delft en mijn opdrachtgever bij een project. ‘Er wordt aan gewerkt in mijn oude vakgroep.’ En nu is het dan zover en ben ik de trotse drager van een testmodel van de Varibel hoorbril.
Een beetje doof is niet erg; het kan soms wel handig zijn. Het lastige van doofheid is dat je niet zelf de knop aan/uit kunt bedienen, wanneer de doofheid niet meer Oost-Indisch is, maar een fysiek permanente situatie. Dan ben je afhankelijk van de techniek om gewoon te kunnen functioneren, in je werk én in je sociale leven.
Een paar voorbeelden waar het mis ging:
Voor het maken van geluidsopnamen voor een radiodocumentaire is het belangrijk te weten wat de kwaliteit van het geluid is. Bijgeluiden leiden af van wat de geïnterviewde aan wetenswaardigs opdist. Dat er bijgeluiden – zoals het voorbijrazen van verkeer buiten – waren, merkte ik vaak pas in de studio, als we gingen monteren. Dan viel er niets meer aan te doen. Dat kwam de kwaliteit van de radiodocumentaire niet ten goede.
Het maken van afspraken via de telefoon werd lastig. Het verschil in weekdagen kun je goed horen, maar het verschil in uren veel minder: zeven of negen uur, elf of twaalf uur, dat pakte ik soms niet goed op, en zo stond ik dan op de verkeerde tijd voor de deur.
Wanneer degene die je interviewt een beetje achter in de keel spreekt, of de hand voor de mond houdt, kun je de antwoorden op je vragen niet goed verstaan. Dan moet je steeds vragen of de mensen wat harder willen spreken, of het antwoord herhalen. Van een ontspannen interviewsfeer is dan al gauw geen sprake meer. Persconferenties in een ruimte met slechte akoestiek zijn heel moeilijk te volgen.
Nu, met de Varibel hoorbril zijn die problemen de wereld uit. Even een paar voorvallen uit de laatste maand.
Begin mei was de presentatie van Mozarts Menu, dat ik samen met collega en vriendin Jonneke Krans schreef. De presentatie vond plaats in boekhandel Pantheon in Amsterdam. Om één minuut voor vier joeg de voorzitter van de Nederlandse Mozartvereniging drs. Arie Peddemors ons de straat op, omdat het carillon van de nabijgelegen kerk een melodietje van Wolfgang Amadeus ten gehore bracht. En dat hóórde ik zomaar - KV 1,1,1: Mozarts eerste compositie - .
Half mei was het laatste concert van de serie over Mozart en zijn tijdgenoten van Bart van Oort en de Van Swieten Society in het Bethaniënklooster in Amsterdam. Geen noot heb ik hoeven missen, de kwaliteit van het geluid was super, en vooral van het laatste stuk – het concert voor fortepiano en strijkers in G, KV 415 – kreeg ik kippenvel; het was lang geleden dat ik zo in een concert kon opgaan. Bijkomend voordeel: gehoest in de zaal, daar heb je natuurlijk met deze hoorbril veel minder last van dan andere mensen.
Een dag later opende minister Veerman de genenbank met inheemse bomen struiken in Roggebotzand. Bijeenkomst in een tent midden in het bos. Akoestiek van het jaar nul –letterlijk. Toch kon ik de speeches goed verstaan. De minister blijkt een groot gevoel voor humor te hebben, verstopt in kleine, zacht uitgesproken terzijdes. Die terzijdes zouden mij vroeger geheel zijn ontgaan.
Kortom: met het geluid is ook de muziek weer terug. Dankzij de techniek maak je op een heel natuurlijke wijze weer deel uit van het bruisende leven. Dat is puur genieten. Dus: Thank you for the Music, Varibel!
Lizet Kruyff (56) is free lance wetenschapsjournalist en programmamaker. Zij is getrouwd en woont buiten in de Bommelerwaard temidden van fluitenkruid, fruitbomen en vergeten groenten. Al jaren houdt zij zich bezig met culinaire geschiedenis. Onlangs publiceerde zij – samen met Jonneke Krans – Mozarts Menu, de eetcultuur van de 2e helft van de 18e eeuw. Al jaren heeft zij een historische kookrubriek in Archeologie Magazine. Daarnaast schrijft zij over technische onderwerpen, onder meer voor Delft Integraal, het alumniblad van de TU Delft.
Ook maakte zij radiodocumentaires voor de Humanistische Omroep. Als culinair historica trad zij onder meer op bij Verre Verwanten (Teleac), Ger Houben Anders (L1) en de Geschiedenisbus (TV Gelderland).
Lizet Kruyff studeerde geschiedenis en prehistorie in Leiden en volgde een opleiding wetenschapsjournalistiek aan de TU Eindhoven.
|